Image Image Image Image Image

25

mei

De Plomp speelt: EYOLF – Vrij naar ‘Kleine Eyolf’ van Henrik Ibsen, door Helmert Woudenberg.

  • Door Locatietheater De Plomp

Toen De Plomp mij vroeg om Ibsens ‘Kleine Eyolf’ te gaan regisseren (een stuk dat al jaren op hun verlanglijstje stond), heb ik daar best een tijdje over na moeten denken.
Ik twijfelde niet aan de schrijver van het stuk; Henrik Ibsen was zijn tijd ver vooruit toen hij zijn toneelstukken schreef. Zijn inzicht in de psyche van de mens was feilloos en hij heeft daardoor personages weten te creëren, die heel geloofwaardig en invoelbaar zijn voor zowel de lezer als de kijker. Een waardevol iets, want ik ben ervan overtuigd dat je je als toeschouwer moet kunnen verbinden met de personages op toneel, om zó werkelijk meegevoerd te kunnen worden in de illusie van het theater en het gevoel te krijgen dat je de situatie écht met hen beleeft op dát moment. Bij de stukken van Ibsen, mits goed gespeeld natuurlijk, kán dat.
Waar ik wél over inzat, was de inhoud van het stuk: een echtpaar dat hun enige kind verliest aan het diepe water door onoplettendheid… Is dat iets waar je je publiek mee wil opzadelen als ze een gezellig avondje uit willen? Zitten kijkers daarop te wachten?

 

Ik ben zelf vader van een enig kind, die -nu 8 jaar oud- precies de leeftijd heeft van de kleine Eyolf in het stuk, en het zou absoluut mijn ergste nachtmerrie zijn om haar te verliezen. Waarom zou ik als regisseur in vredesnaam zo’n nachtmerrie tot leven willen brengen? En waarom zou ik mijn spelers daar vijftien avonden lang doorheen willen laten gaan?

 

Wat me uiteindelijk heeft doen besluiten om het tóch te gaan regisseren, was het verhaal, dat me niet losliet. De weg die de personages gaan is zó rijk aan emoties, dat het gewoon doodzonde zou zijn om dat allemaal in de kast te laten liggen. Het palet van dit stuk is bezaaid met verschillende kleuren: jaloezie en verliefdheid, schaamte en schuldgevoel, angst en woede, onzekerheid en verdriet, maar óók hoop en levenslust, en hier en daar zelfs een sprankje humor. Allemaal universele emoties waarin het publiek zich kan (h)erkennen en misschien zelfs wel hoop of troost uit kan putten, in een verhaal dat nog nét zo aangrijpt als toen het ruim 120 jaar geleden werd gespeeld. Kortom: een enorme uitdaging waar ik spijt van zou gaan krijgen als ik die niet met beide handen zou aannemen.

‘Kleine Eyolf’ is niet één van Ibsens bekendste werken, maar volgens velen wél één van zijn beste. Inmiddels ben ik het daar volledig mee eens: hoe vaker ik het heb gelezen, hoe briljanter ik het ben gaan vinden en hoe meer sympathie ik voor de personages en hun keuzes heb gekregen. Het stuk vraagt veel van de spelers, omdat de situatie geen ‘vals spel’ verdraagt en er niets is waar je je als acteur achter kunt verschuilen. Gelukkig worden de rollen vertolkt door vier fijne, getalenteerde spelers, waar ik het volste vertrouwen in heb.

 

Daarnaast ben ik heel blij met de bewerking van Helmert Woudenberg. Hij heeft het oorspronkelijke stuk ontdaan van alle (nu) uitleggerige symboliek, waar Ibsen destijds zo vernieuwend in was, en er een directe, compacte en toegankelijke bewerking van gemaakt, waarin geen woord teveel wordt gezegd.
En dan nog de locatie… Ik ga nog niets verklappen, maar die is perfect voor dit stuk.

Voeg daar nog de boottocht en het heerlijke eten bij, en je hebt alle ingrediënten voor een onvergetelijke avond.

 

Wij gaan ons uiterste best doen om dat voor elkaar te krijgen.

Heel graag tot ziens in oktober of november bij één van onze voorstellingen!
Olaf Pieters